Beginpagina Hoofdstuk VII C. Openbaarmaking van overtredingen
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk VII C. Openbaarmaking van overtredingen

Hoofdstuk VII C. Openbaarmaking van overtredingen

Artikel 33n

Onze Minister kan, in afwijking van artikel 24, teneinde de naleving van deze wet te bevorderen ter openbare kennis brengen:

a. het feit dat aan een beleggingsinstelling waarop naar zijn oordeel het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van toepassing is, een aangevraagde vergunning of ontheffing is geweigerd, wanneer deze weigering niet meer in beroep kan worden getroffen en de aanvrager handelt als was hem een vergunning of ontheffing verleend;

b. het feit dat een beleggingsinstelling waarop naar zijn oordeel het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van toepassing is, niet over een vergunning beschikt dan wel geen mededeling heeft gedaan als bedoeld in artikel 17, eerste lid;

c. het feit dat degene op wie een vrijstelling als bedoeld in artikel 14 van toepassing is, zich niet houdt aan de voorschriften die aan die vrijstelling zijn verbonden;

d. zijn bekendmaking, bedoeld in artikel 17, vierde lid, wanneer deze bekendmaking niet meer in beroep kan worden getroffen en de beleggingsinstelling haar rechten van deelneming in Nederland ondanks deze bekendmaking in stijd met het verbod van artikel 4 heeft aangeboden.

Artikel 33o

Degene jegens wie door Onze Minister een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat Onze Minister zijn handelen of nalaten op grond van artikel 33n ter openbare kennis zal brengen, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.

Artikel 33p

1. Onze Minister geeft, indien hij voornemens is op grond van artikel 33n een feit ter openbare kennis te brengen, de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust.

2. In aanvulling op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht is Onze Minister niet gehouden de betrokkene in de gelegenheid te stellen om zijn zienswijze naar voren te brengen, indien van de betrokkene geen adres bekend is en het adres ook niet met een redelijke inspanning kan worden verkregen.

Artikel 33q

De beschikking om op grond van artikel 33n een feit ter openbare kennis te brengen vermeldt in ieder geval:

a. het feit dat ter openbare kennis wordt gebracht;

b. de wijze waarop het feit ter openbare kennis wordt gebracht; en

c. de termijn waarna het feit ter openbare kennis wordt gebracht.

Artikel 33r

Tenzij de bevordering van de naleving van deze wet geen uitstel toelaat, wordt de werking van de beschikking om op grond van artikel 33n een feit ter openbare kennis te brengen opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Artikel 33s

In afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de beschikking in werking op de dag waarop het feit ter openbare kennis is gebracht zonder dat de werking voor de duur van de beroepstermijn of, indien beroep is ingesteld, van het beroep wordt opgeschort, indien van de betrokkene geen adres bekend is en het adres ook niet met een redelijke inspanning kan worden verkregen.

Artikel 33t

1. De bevoegdheid om op grond van artikel 33n een feit ter openbare kennis te brengen vervalt indien ter zake van het feit een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvordering is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.

2. Het recht tot strafvervolging met betrekking tot een feit als bedoeld in artikel 33n vervalt, indien Onze Minister het feit reeds ter openbare kennis heeft gebracht.

Artikel 33u

1. De bevoegdheid om op grond van artikel 33n een feit ter openbare kennis te brengen vervalt drie jaren na de dag waarop het feit heeft plaats gehad.

2. De termijn bedoeld in het eerste lid wordt gestuit door de bekendmaking van de beschikking waarbij het feit ter openbare kennis wordt gebracht.

Artikel 33v

De werkzaamheden in verband met het op grond van artikel 33n ter openbare kennis brengen van een feit worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van het feit en het daaraan voorafgaande onderzoek.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top