Hoofdstuk 6. Vertrek en uitzetting
Hoofdstuk 6. Vertrek en uitzetting
Artikel 6.1
1. De ambtenaren belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen zijn bevoegd tot uitzetting over te gaan en daartoe alle benodigde handelingen te verrichten.
2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, gaan niet dan ingevolge een bijzondere aanwijzing van de Minister over tot uitzetting van de vreemdeling die te kennen geeft dat hij asiel wenst.
Artikel 6.2
De korpschef en de bevelhebber van de Koninklijke marechaussee zijn bevoegd de kosten van verwijdering te verhalen op de vreemdeling of op een vervoersonderneming.