Beginpagina Hoofdstuk 8. Algemene en strafbepalingen
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 8. Algemene en strafbepalingen

Hoofdstuk 8. Algemene en strafbepalingen

Paragraaf 1. Gegevensverstrekking

Artikel 107

1. Onze Minister onderscheidenlijk de korpschef verstrekken andere bestuursorganen de gegevens betreffende de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling welke zij behoeven ter uitvoering van hun taak.

2. Andere bestuursorganen zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht desgevraagd Onze Minister onderscheidenlijk de korpschef de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet. Deze bestuursorganen kunnen daarbij gebruik maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

3. De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevensverstrekking vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor onevenredig wordt geschaad.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens dienen te worden verstrekt.

5. Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid worden met bestuursorganen gelijkgesteld instellingsbesturen van uit de openbare kas bekostigde instellingen en bevoegde gezagsorganen van uit de openbare kas bekostigde scholen en instellingen.

Artikel 107a

1. Bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens kunnen worden verwerkt, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de doelmatige en doeltreffende uitvoering van de grensbewaking, de toelating, het verblijf en de uitzetting van vreemdelingen en het toezicht op vreemdelingen op grond van deze wet dan wel de Schengengrenscode.

2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden verwerkt door of namens Onze Minister en de in de artikelen 46 tot en met 48 aangewezen ambtenaren. Zij kunnen worden verwerkt door derden, voor zover deze betrokken zijn bij de uitvoering van deze wet of de Schengengrenscode en daartoe noodzakelijkerwijs de beschikking over deze gegevens moeten verkrijgen.

3. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld ter waarborging van de persoonlijke levenssfeer. Daarbij wordt in ieder geval geregeld:

a. op welke wijze de verwerking, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt;

b. op welke wijze door passende technische en organisatorische maatregelen deze gegevens worden beveiligd tegen verlies of onrechtmatige verwerking;

c. welke gegevens, aan welke personen of instanties, voor welk doel en op welke wijze kunnen worden verstrekt;

d. op welke wijze wordt gewaarborgd dat de verwerkte persoonsgegevens slechts worden verwerkt voor het doel waarvoor ze zijn verzameld of voor zover het verwerken met dat doel verenigbaar is, alsmede hoe daarop wordt toegezien.

Paragraaf 2. Strafbepalingen

Artikel 108

1. Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft overtreding van bij ministeriлle regeling aan te wijzen voorschriften vastgesteld bij of krachtens de Schengengrenscode, overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens de artikelen 5, eerste en tweede lid, 46, tweede lid, aanhef, en onder b, alsmede handelen in strijd met artikel 56, eerste lid, dan wel handelen in strijd met een verplichting opgelegd bij of krachtens de artikelen 6, eerste lid, 54, 55, 57, eerste lid, 58, eerste lid, of 65, derde lid.

2. Overtreding van een voorschrift, vastgesteld bij of krachtens artikel 4, eerste tot en met derde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

3. De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

4. Met de opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de ambtenaren belast met de grensbewaking en ambtenaren belast met het vreemdelingentoezicht. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een aanwijzing, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.

5. In afwijking van het eerste lid wordt handelen in strijd met een verplichting, opgelegd bij of krachtens artikel 54, eerste lid, onder b of e, gestraft met ten hoogste een hechtenis van een maand of een geldboete van de tweede categorie, indien het feit wordt begaan door een gemeenschapsonderdaan. Het derde lid en de eerste volzin van het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 3. Afwijkingen

Artikel 109

1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, ter uitvoering van een voor Nederland bindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie, bepalingen van deze wet geheel of gedeeltelijk buiten werking worden gesteld, indien dat, naar het gevoelen van de Ministerraad, noodzakelijk is om binnen twaalf maanden uitvoering te geven aan het verdrag of het besluit en daartoe deze wet in overeenstemming moet worden gebracht met het verdrag of het besluit.

2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

3. Onze Minister bevordert dat zo spoedig mogelijk na de vaststelling van een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet bij de Staten-Generaal wordt ingediend, dat ertoe strekt de wet in overeenstemming te brengen met het verdrag of besluit, bedoeld in het eerste lid. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur terstond ingetrokken. Indien het voorstel tot wet wordt verheven, vervalt de algemene maatregel van bestuur op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

4. Ter uitvoering van een verdrag waarbij de grenscontrole is verlegd naar buitengrenzen, wordt in de artikelen 5, tweede lid, 54, eerste lid, aanhef en onder a, en e, 56, tweede lid, alsmede 59, derde lid, onder В«NederlandВ» mede verstaan het grondgebied van andere bij dat verdrag aangesloten landen waarover de werking van dat verdrag zich uitstrekt.

5. Ter uitvoering van een verdrag als bedoeld in het vierde lid wordt in artikel 12, eerste lid, onder В«openbare ordeВ» alsmede В«nationale veiligheidВ» steeds mede verstaan de openbare orde in, onderscheidenlijk de nationale veiligheid van andere bij dat verdrag aangesloten landen.

Artikel 110

1. Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coцrdinatiewet uitzonderingstoestanden kan, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-president, artikel 111 in werking worden gesteld.

2. Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepaling.

3. Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan wordt bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-president, de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

4. Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-president, wordt de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

5. Het besluit als bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

6. Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.

Artikel 111

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels voor het geval van buitengewone omstandigheden worden gesteld, die afwijken van de hoofdstukken 1 tot en met 7.

Paragraaf 4. Verblijf op grond van internationale verplichtingen

Artikel 112

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, ter uitvoering van een verdrag, dan wel van een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie regels worden gesteld in verband met het rechtmatig verblijf van vreemdelingen, waarbij ten gunste van deze vreemdelingen kan worden afgeweken van deze wet.

Paragraaf 5. Bepalingen van internationaal privaatrecht en overige bepalingen

Artikel 113

1. Onverminderd het daaromtrent bepaalde in verdragen waarbij Nederland partij is, wordt de persoonlijke staat van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of artikel 33 is verleend, beheerst door Nederlands recht.

2. De rechten welke deze vreemdeling vroeger heeft verkregen en welke uit de persoonlijke staat voortvloeien, in het bijzonder de rechten voortvloeiende uit het huwelijk, worden geлerbiedigd.

Artikel 114

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top