De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen

Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 90

1. Indien in enig burgerlijk- of strafgeding de beslissing afhangt van de vaststelling, als welk ras een groep van planten moet worden aangemerkt, wordt de Raad hierover gehoord. Het advies van de Raad bevat de gronden, waarop het rust.

2. De Raad behandelt zaken, bedoeld in het eerste lid, bij voorrang boven alle andere zaken.

Artikel 91

[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]

Artikel 92

[Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.]

Artikel 93

Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

Artikel 94

1. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in het rassenregister ingeschreven rassen worden door de Raad opnieuw gerangschikt overeenkomstig de bij of krachtens artikel 25 gestelde regels.

2. De Raad draagt zorg voor de inschrijving in het rassenregister van rassen die op de dag voorafgaande aan het in het eerste lid bedoelde tijdstip op grond van artikel 82 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet waren toegelaten.

3. De Raad draagt zorg voor een aantekening in het rassenregister van de toelating van rassen van landbouwgewassen, onderscheidenlijk bosbouwgewassen, die op de dag voorafgaande aan het in eerste lid bedoelde tijdstip vermeld stonden op de op grond van artikel 73 in samenhang met de artikelen 79 en 83, eerste lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet vastgestelde rassenlijst voor landbouwgewassen, onderscheidenlijk op de op grond van artikel 73 in samenhang met artikel 79 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet vastgestelde rassenlijst voor bosbouwgewassen.

4. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de Raad voor het Kwekersrecht aanhangige aanvragen en verzoeken zijn met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanhangig bij de Raad in de staat, waarin zij zich op dat moment bevinden, met dien verstande dat aanvragen, die betrekking hebben op een ras als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, worden beschouwd als een aanvraag voor de toelating van een ras overeenkomstig hoofdstuk 5 van deze wet.

5. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige verzoeken tot aanwijzing van groepen van planten als bedoeld in artikel 82 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, zijn met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanhangig bij de Raad en worden vanaf dat moment beschouwd als een aanvraag voor de toelating van een ras overeenkomstig hoofdstuk 5 van deze wet.

6. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangig zijn bij de Afdeling van Beroep van de Raad voor het Kwekersrecht, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, zijn van rechtswege met ingang van dat tijdstip aanhangig bij de Raad en worden vanaf dat moment behandeld als een bezwaarschrift.

7. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangig zijn bij de Raad van Beroep, onderscheidenlijk de Commissie van Beroep inzake Keuringen, van een keuringsinstelling als bedoeld in artikel 88, onder 2°, onderdeel e, onderscheidenlijk g, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, zijn van rechtswege met ingang van dat tijdstip aanhangig bij de desbetreffende, overeenkomstig artikel 19 van deze wet aangewezen, keuringsinstelling en worden vanaf dat moment behandeld als een bezwaarschrift.

8. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de Raad voor het Kwekersrecht aanhangige verzoeken tot vernietiging en opeising van het kwekersrecht als bedoeld in de artikelen 54 en 55 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, worden behandeld en beslist overeenkomstig de bepalingen van de Zaaizaad- en Plantgoedwet.

9. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge de artikelen 25, tweede lid, 60 en 69 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet bij het Gerechtshof - Gravenhage of de Hoge Raad aanhangige zaken worden behandeld en beslist overeenkomstig de bepalingen van de Zaaizaad- en Plantgoedwet.

Artikel 95

De Zaaizaad- en Plantgoedwet wordt ingetrokken.

Artikel 96

1. Deze wet wordt aangehaald als: Zaaizaad- en plantgoedwet, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.

2. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te -Gravenhage, 19 februari 2005

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,
C. P. Veerman

Uitgegeven de zevende april 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top