Beginpagina Hoofdstuk IV. Toezicht op de naleving
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk IV. Toezicht op de naleving

Hoofdstuk IV. Toezicht op de naleving

§ 1. Aanwijzing toezichthouders

Artikel 18a

1. Met het toezicht op de naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaren.

2. Met betrekking tot door Onze Minister aangewezen categorieлn van arbeid zijn met het toezicht op de naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen belast of mede belast de door hem aangewezen andere ambtenaren dan de in het eerste lid bedoelde. Indien ambtenaren worden aangewezen die ressorteren onder een andere minister, wordt het besluit tot aanwijzing van die ambtenaren genomen door Onze Minister en die andere minister gezamenlijk.

3. Van een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

§ 2. Bestuurlijke boete

Artikel 18b

1. Als beboetbaar feit wordt aangemerkt het door een werkgever niet of onvoldoende nakomen van de op hem op grond van artikel 7 rustende verplichting aangaande het voldoen van hetgeen in hoofdstuk II is aangeduid als minimumloon alsmede het door de werkgever niet of onvoldoende nakomen van de op hem op grond van artikel 15 rustende verplichting.

2. Als beboetbaar feit wordt tevens aangemerkt het door de werkgever niet of onvoldoende kunnen overleggen van enige schriftelijke bescheiden waaruit de aard van de arbeidsrelatie, het door hem betaalde loon of de door hem betaalde vakantiebijslag of het aantal gewerkte uren blijkt van een in zijn onderneming, bedrijf of inrichting aangetroffen persoon.

Artikel 18c

1. Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar legt namens hem de bestuurlijke boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een overtreding.

2. De ter zake van de bij of krachtens deze wet gestelde overtredingen gelden ten opzichte van elke persoon met of ten aanzien van wie de overtreding is begaan.

3. Een beschikking op grond van deze wet van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, wordt genomen namens Onze Minister.

Artikel 18d

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 18e

1. Onverminderd artikel 5:48, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt het rapport in ieder geval:

a. de bij de overtreding betrokken persoon of personen;

b. het officiлle nummer waaronder het betreffende vervoermiddel is geregistreerd, voor zover in verband met de overtreding van belang.

2. Het rapport wordt toegezonden aan de op grond van artikel 18c, eerste lid, aangewezen ambtenaar.

Artikel 18f

1. De bestuurlijke boete bedraagt per overtreding ten hoogste 6 700, behoudens het tweede lid.

2. Onverminderd het eerste lid verhoogt de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 18c, eerste lid, de op te leggen bestuurlijke boete met 50%, indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.

3. Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin onder meer de boetebedragen voor iedere overtreding worden vastgesteld. Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel gesteld bij of krachtens deze wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, niet is nageleefd.

4. In afwijking van artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechter in beroep of hoger beroep de hoogte van de bestuurlijke boete ook ten nadele van de belanghebbende wijzigen.

Artikel 18g

Degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd, verstrekt desgevraagd aan de daartoe op grond van artikel 18c, eerste lid, aangewezen ambtenaar de inlichtingen die redelijkerwijs voor de tenuitvoerlegging van de bestuurlijke boete nodig zijn.

Artikel 18h

Indien een bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, wordt deze binnen zes weken nadat is vastgesteld dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbende terugbetaald.

Artikel 18i

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 18j

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 18k

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 18l

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 18m

[Vervallen per 01-07-2009]

§ 3. Last onder dwangsom

Artikel 18n

1. Een daartoe door Onze Minister aangewezen onder hem ressorterende ambtenaar kan een werkgever die de op hem op grond van artikel 7 rustende verplichting aangaande het voldoen van hetgeen in hoofdstuk II is aangeduid als minimumloon niet of onvoldoende nakomt alsmede een werkgever de op hem op grond van artikel 15 rustende verplichting niet of onvoldoende nakomt een last onder dwangsom opleggen.

2. De last onder dwangsom kan voor ten hoogste een periode van 2 jaar gelden.

3. Onze Minister stelt beleidsregels vast omtrent de last onder dwangsom.

Artikel 18o

Indien een dwangsom ten onrechte is ingevorderd, wordt de betaalde geldsom, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen 6 weken nadat is vastgesteld dat de dwangsom ten onrechte is ingevorderd, aan de rechthebbende terugbetaald.

§ 4. Gegevensuitwisseling

Artikel 18p

1. Bestuursorganen zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht desgevraagd aan Onze Minister en de ambtenaren, bedoeld in artikel 18a, eerste en tweede lid, kosteloos alle gegevens en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet en dit noodzakelijk is ten behoeve van een samenwerkingsverband tussen twee of meer van de voornoemde instanties.

2. Onze Minister en de ambtenaren, bedoeld in artikel 18a, eerste en tweede lid, verstrekken andere bestuursorganen kosteloos alle gegevens en inlichtingen, die zijn verkregen door de uitvoering of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taak en dit noodzakelijk is ten behoeve van een samenwerkingsverband tussen twee of meer van de voornoemde instanties.

3. Onze Minister, bestuursorganen en de ambtenaren, bedoeld in artikel 18a, eerste en tweede lid, kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens gebruik maken van het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer.

4. De gegevensverstrekking, bedoeld in het eerste en tweede lid, vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor onevenredig wordt geschaad.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens worden verstrekt.

6. Indien aan een werkgever een boete is opgelegd worden de daarvoor in aanmerking komende verenigingen van werknemers en werkgevers daarvan in kennis gesteld.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top